Rijtest Mercedes C 200 Break (2021)

mercedes-c-klasse-break-c200-rijtest-2021_1.jpg

Al bijna drie decennia schroeft Mercedes de spirituele opvolger van de 190 in elkaar. Ondertussen is die C-Klasse alweer toe aan zijn vijfde generatie. Kan de C-Klasse Break met een klassieke benzinemotor nog overtuigen in een wereld vol plug-inhybrides, EV's en SUV's? We zoeken het uit.

Hoewel de S-Klasse het paradepaardje van Mercedes is, was de C-Klasse jarenlang het volumemodel van het Duitse merk. Inderdaad, "was", want de A-Klasse en zijn afgeleiden hebben die fakkel ondertussen overgenomen. Toch blijft de C-Klasse een graag geziene gast op het feestje van de zakelijke (en zelfs particuliere) klant. Of je blindelings voor generatie vijf moet gaan - W206 in Mercedes-jargon - of toch beter uitkijkt naar iets anders? Dat zochten we recent uit met een C 200 Break als sujet.

SHARK NOSE

First things first, ergens rond 2010 besloot Mercedes de huisstijl van haar modellen volledig te vernieuwen. Waardoor we plots een strak gelijnde A-Klasse in 2012 en al even sensuele C-Klasse in 2014 op ons bord kregen. De toon was gezet en tot op de dag van vandaag houdt Mercedes vast aan haar nieuwe designtaal. Het resultaat is evenwel dat de opvolger van die sensuele C-klasse uit 2014 op het eerste gezicht identiek vormgegeven is. Kortom; van revolutie is er verre van sprake. Toch adopteert de nieuwe generatie de shark nose, een modefoefje van de Duitsers waarbij de snuit van een Mercedes aan de bovenkant verder naar voren staat dan de onderkant.

Andere noemenswaardige verschillen ontdekken we in het lichtendepartement. De snuit krijgt strakgetrokken kijkers, achteraan krijgt de C Break uitgesmeerde lichten die scherp in de kofferklep lopen. De flank? Die lijkt wel één op één overgenomen. Minder opvallend - tot je de nieuwe C naast de "oude" zet - is de groeispurt. Zo meet de C Break voortaan 5 centimeter langer, 1 cm breder en groeit de wielbasis met 2 centimeter. Toegenomen dimensies die de inzittenden ten goede moeten komen. Want met een kofferruimte van 490 liter (1.510 met platte achterbank) is hij achterin éxact even ruim als zijn voorganger.

VORSTELIJK

Mercedes lijkt na een een uitstap richting sportiviteit terug haar draai te hebben gevonden qua interieur. Want Mercedes, dat zou toch synoniem moeten staan met weelde? Na enkele jaren van koolstofvezel inleg en rode accenten (toegegeven, op vraag van klanten) trekt het merk terug voluit de kaart van indrukwekkende technologieën en een afwerking die luxe uitstraalt binnenin. Niet geheel verrassend, want de C-Klasse neemt in essentie het interieur van de S-Klasse over. Jep, dat las je goed. Het gaat dan over de knoert van een tablet (11.9-duim) die vanuit een fraai afgeronde middentunnel richting het dashboard groeit, het fraai stuur en het digitale scherm pal voor je neus. Al heb je daar meteen de reden waarom C zo hard kan gelijken op S: tegenwoordig bestaat de helft van een dashboard uit digitale schermen (die vaak minder duur zijn in productie dan een serieuze lap leder).

We moeten eerlijk zijn, het is aangenaam vertoeven in de nieuwe C, ongeacht of je nu voor of achter zit. Wat wel opvalt is dat Mercedes gaat voor kwalitatieve materialen voor de tactiele elementen maar verloren stukjes interieur aanvult met meer generische plastic. We willen geen rel schoppen maar daar doet Audi het toch net een beetje beter in de A4 Avant. Al moet je er dan wel bijnemen dat het interieur in de A4 getekend lijkt door een boekhouder... kiezen en verliezen dus! Eveneens nog even zaniken: ons testexemplaar was uitgerust met een AMG-pakket waardoor we toch nog "koolstofvezel" inserts in het interieur kregen. Meer hout graag, Mercedes!

VIER X VIER

Kleed je de C-Klasse volledig uit (met wederzijdse toestemming uiteraard), dan zal je merken dat de nieuwe generatie rolt op een doorontwikkeld chassis van zijn voorganger. Anders gezegd: MRA (Modular Rear Architecture) werd MRA II. Dat is trouwens geen kritiek, want de nieuwe generatie S-Klasse rolt eveneens op dat platform. In de basis gaat het nog steeds over een platform dat motoren in de lengte plaatst en kracht naar de achterwielen stuurt. Een ideale set-up voor een potige V6 of V8 zou je denken. Klopt! Maar het lijkt er op dat we die niet meteen gaan krijgen in de nieuwe generatie C-Klasse. Viercilinders zullen de plak zwaaien, zelfs voor de op til staande C 63 AMG die gebruik zal maken van een 2-liter viercilinder in combinatie met een elektromotor. Jep, een plug-in dus.

Heb je dus een C-klasse op het oog, dan kan je momenteel kiezen uit een viercilinder, een viercilinder, een viercilinder en een, euhm, viercilinder. Het gaat dan over een 1.5-liter viercilinder turbo en een 2-liter viercilinder turbo in benzineland, een 2-liter viercilinder turbo in dieselland en een plug-invariant die eveneens een viercilinder benzine gebruikt. Wij gingen alvast op pad met de C 200 Break, de midrange onder de benzinemotoren die 204 pk en 300 Nm puurt uit zijn 1.5-liter viercilinder met dank aan een milde hybride-set-up (48 volt netwerk). Ter info: alle motoren gebruiken voortaan een 48 volt netwerk.

LONG RANGE

Als de C-Klasse het interieur van de S-Klasse overneemt, neemt hij dan ook het rijgedrag van die luxelimousine over? Wel, tot op een bepaald punt wel. Zo geniet de C nog steeds van een multilink rondom maar werd de ophanging aangepast om plaatst te maken voor elektrificatie of de optionele achterwielsturing van 2,5 graden. Comfort voert de boventoon, met een puike afstelling van de demping. Daardoor is de C-Klasse meer dan ooit een lange-afstandsrijder geworden. De toegenomen dimensies in combinatie met het toegenomen gewicht (+200 kg voor de C 200!!!) halen wel de snedigheid uit de stationwagen. Zo krijg je niet echt het gevoel te beschikken over 204 pk voorin.

Zonder twijfel doet de C-Klasse met plug-inmotor (C 300 e) het op dat vlak een stuk beter. En laat ons eerlijk zijn; die zal ook het meeste succes kennen op de zakelijke markt. Een hertest met stekker moet dus uitsluitsel brengen!

RIANT UITGERUST... VOOR DE PRIJS

De nieuwe C-Klasse Break kost minimaal 44.407 euro. De C 200 die wij reden zag zijn prijs al vlot stijgen richting de 60.000 euro. Dat zijn prijzen om lichtjes van achterover te vallen. Niet in het minst omdat je bij BMW amper 34.000 euro neer moet leggen om een 3 Reeks Touring te kunnen rijden. Wel geven we mee dat Mercedes riant strooit met standaarduitrusting in de nieuwe generatie C-Klasse. Zo hoef je niet bij te betalen voor digitale schermen, snelheidsregelaar, parkeercamera, verwarmde stoelen of metaalkleur. Maar toch...

Ach, het merk met de ster herpakt zich wel bij de C 300 e plug-in. Want met een basisprijs van 56.507 euro zit die plots wel op het niveau van een 330e Touring van BMW. Meer nog, de C plug-in schermt met 100 km range dankzij een gigantische accu van 25.4 kWh. Alsof Mercedes voluit voor de zakelijke klant mikt met de nieuwe C. Weerom: een hertest met stekker moet uitsluitsel brengen!

CONCLUSIE

De kans dat je een nieuwe generatie C-Klasse zonder laadklep op de flank zal zien in ons Belgenland lijkt ons bijzonder klein. De C 200 Break geniet van sterke fundamenten zoals een uitgekiende ophanging en een knappe user interface maar voelt op motorvlak wat zoutloos aan. Niet in het minst omdat de 1.5-liter benzinemotor 200 kg extra moet meezeulen bij de generatiewissel. Meer is niet altijd beter... maar in dit geval wel.

Bron www.autofans.be

mercedes-c-klasse-break-c200-rijtest-2021_1.jpgmercedes-c-klasse-break-c200-rijtest-2021_2.jpgmercedes-c-klasse-break-c200-rijtest-2021_3.jpg