Rijtest: Audi RS 4 Competition Plus

In een ideale wereld reed je misschien een sportwagen, maar in een ideale wereld moest je geen kroost en boodschappen rondzeulen. Het ene hoeft het andere echter niet uit te sluiten, wel integendeel. Maak kennis met de Audi RS 4 Competition Plus, misschien wel de enige sportwagen – pardon – gezinsbreak die je ooit nodig zal hebben.

Bij Audi hebben ze al lang door wat BMW nog maar pas ontdekt heeft: alles is beter in breakvorm. Terwijl ze in Beieren namelijk nog maar pas hun eerste M3 waarmee je ook naar het containerpark kan gelanceerd hebben, staat bij Audi’s RS-modellen intussen zelfs al een ombouw naar lichtevracht in de configurator – zo gekocht hoor, fiscus. Sterker nog: de RS 4 en RS 6 zijn al een paar generaties lang uitsluitend verkrijgbaar als break, waardoor zij die op zoek zijn naar een lager alternatief steevast moeten upgraden naar een modelletje met een 5 of een 7 in de naam… Dus houdt dat anno 2023 nog steeds even veel steek?

SPORTIVITEIT EN SUBTILITEIT INEEN

Als je ’t ons vraagt alvast wel, en je hoeft er alleen maar even voor naar zo’n RS 4 Avant te kijken. Zo weet deze bloedsnelle break nog steeds als geen ander sportiviteit met subtiliteit te combineren, ondanks het feitje dat dit model alweer meegaat sinds 2017 – en de A4 waarop hij gebaseerd is werd zelfs al voorgesteld in 2015. Intussen mocht de RS 4 wel eens meegenieten van een facelift, maar ook die dateert alweer van 2019. Het model heeft dus op zijn zachtst gezegd al een paar jaartjes op de teller maar wat wel helemaal nieuw is, is het Competition Plus-pakket. Dat gooit die subtiliteit dan wel iets meer overboord met zijn verlaagde ophanging, concave 20-inchvelgen en zwarte sierdelen maar goed: het past allemaal wel mooi bij de bredere heupen en giga-uitlaten van zo’n RS 4.

Binnenin is het misschien net wat moeilijker om door de gezegende leeftijd van deze RS 4 heen te kijken; Competition-jasje of niet. Begrijp ons niet verkeerd: over de materiaalkeuze hoor je ons niet klagen maar het design en de indeling doen allemaal een beetje denken aan een tijd waarin schermen nog iets speciaals waren. Dat betekent dat deze RS 4 beschikt over flink wat fysieke toetsen en gedateerd of niet: wij houden daar eigenlijk wel van… Al doet deze nuchtere bespreking van het dashboard ons even vergeten dat we niet met een A4 maar wel met een RS 4 te maken hebben, en daarvoor is een reden: stiekem voelt de cabine van deze sportieve topversie naar huidige maatstaven niet heel bijzonder aan. Ja, het stuur en de pookknop steken in alcantara en ja, het plastic op de middenconsole krijgt een carbonprintje, maar in een beest van een break waan je je eigenlijk niet…

ALLE BEETJES HELPEN

Dat verandert echter volledig wanneer je de motor start – of tenminste: wanneer je dat goed doet. Zo vind je in dat interieur één knopje dat er écht toe doet, en dat is de ‘RS’-knop op het stuurwiel. Druk je daar meteen na het instappen op, dan klappen de extra klepjes in de uitlaat open nog voor de 2.9-liter biturbo-V6 in gang slingert en verwelkomt de RS 4 je met een flinke brul en wat geknetter. Die geluiden zijn ook niet zomaar een gevalletje van ‘blaffende honden bijten niet’, want het blok weet op zijn piek 450 pk en 600 Nm koppel op te hoesten. Die cijfers gaan langs een achttraps Tiptronic-automaat naar daar waar ze horen bij een serieuze Audi: alle vier de wielen.

Op puur motorisch vlak verandert dit Competition Plus-pakket dus niks, maar dat betekent niet dat Audi zijn huiswerk niet gedaan heeft. Zowat alles dat aan de motor vast zit, werd namelijk wel even onder de loep genomen. Zo beschikt de versnellingsbak over nieuwe software om nog snellere schakelmomenten mogelijk te maken en werd de Quattro-vierwielaandrijving eveneens geherprogrammeerd om meer vermogen naar de achteras te kunnen sturen. Verder zijn de ontwikkelaars zo vriendelijk geweest om 8 kilogram aan isolatie buiten te wippen, al vermoeden we dat zo’n klein verschil eerder het uitlaatgegrom dan de effectieve prestaties ten goede komt… Maar alle beetjes helpen, en samen leiden ze tot een 0-naar-100-tijd van 3,9 seconden in de plaats van de 4,1 seconden die de reguliere RS 4 Avant daarvoor nodig heeft. Bovenden leert de begrenzer wat meer los te laten, zodat de topsnelheid stijgt van standaard 250 km/u naar 290 km/u.

GETEMD BEEST

at zijn dus best indrukwekkende cijfers, en hetzelfde mag gezegd worden over het rijgedrag van deze best grote break. Dat laatste durf je namelijk wel eens vergeten wanneer je een bocht aansnijdt, en je beantwoord wordt met zoveel grip dat het bijna voelt alsof de auto racewagengewijs tegen het wegdek gezogen wordt. Daar zit het sportdifferentieel van de Competition Plus-versie natuurlijk voor iets tussen, en zijn 1 centimeter lagere ophanging zorgt er mee voor dat alles lekker strak blijft. Bovendien is het stuurgevoel zo precies dat de RS 4 zonder verpinken je instructies lijkt te volgen; hoe absurd je snelheid en hoe scherp de bocht ook mag zijn. Daardoor lijkt het wel kinderspel om met dit apparaat te rijden alsof je iemand was die wist wat hij deed, want geen zorgen: de auto zorgt er wel voor dat het goed afloopt… En dat is dan misschien wat jammer indien je een échte adrenalinezoeker bent, want verrassen doet deze RS 4 je maar zelden.

Begrijp ons niet verkeerd: dit is wel degelijk een beest van een break, maar het is een beest dat getemd is op zo’n strenge manier dat het enkel door een Duitser gedaan kan zijn. Dat hoef je echter niet te zien als een nadeel, want dat gehoorzame kantje zorgt er meteen voor dat je met deze RS 4 ook nog gewoon kan leven. Zo stuurt hij in zijn comfortstand net zo zacht als je van een break van dit formaat zou verwachten en blijft het motorgeronk in die modus ook mooi op de achtergrond. Je zit bovendien zo comfortabel dat je zou vergeten dat je over sportstoelen beschikt, en zelfs de lagere ophanging van de Competition Plus filtert de oneffenheden relatief goed uit het wegdek en schraapt de lak niet van zijn voorbumper af bij de eerste de beste drempel. En als je wil weten hoe ruim de RS 4 Avant vanbinnen is, lees er dan eens onze review van de reguliere A4 Avant op na want inderdaad: de cabine van deze sportieveling is net zo handig.

BIJNA BMW M3 TOURING-GELD

Je betaalt natuurlijk wel iets meer voor die sportieveling dan voor pakweg zo’n A4 – en met iets meer bedoelen we… meer dan twee keer zoveel. Zo krijg je de basis-A4 Avant mee vanaf 37.840 euro maar moet je doorsparen tot je minstens 94.280,01 euro verzameld hebt indien je er ‘RS’ voor wil zien. Het feit dat Audi erop staat dat je dat ene centje er toch maar bijbetaalt, geeft trouwens al een voorsmaakje van wat je in de optielijst mag verwachten. Zo krijgt de RS 4 standaard wel genoeg uitrusting mee om ermee te kunnen overleven, maar voor bijvoorbeeld klimaatregeling in meer dan één zone, Apple CarPlay of Android Auto, een draadloze smartphonelader of adaptive cruise control moet je nog steeds bijbetalen. Zijn befaamde dynamische richtingaanwijzers geeft Audi je evenmin standaard mee, toch wat jammer op een topmodel als deze RS 4. Ook op dat vlak blijft dit dus een Duitse auto…

Daardoor pronkte op de uitrustingspagina van ons testexemplaar een totaalprijs van maar liefst 119.980 euro, al ging een groot deel van die centen naar de aanschaf van het Competition Plus-pakket waar het hier allemaal om draait. Daarvoor betaal je namelijk 12.600 euro en – alweer – één cent, of 12.950 euro indien je er ook kuipstoelen bij wil. Doe je het vooral voor de looks, dan is er ook een Competition-zonder-Plus-pakket dat het sportdifferentieel, de verlaagde ophanging en de dynamische besturing achterwege laat voor 8.550 euro… O ja, en één cent. Het probleem is echter dat de RS 4 met zo’n pakket op zak aardig in de buurt komt van de prijs van een sterkere én nieuwere BMW M3 Touring, dus de vraag is wat je dan zou verkiezen…

CONCLUSIE

De Audi RS 4 Avant is een vlijmscherp mes van een break, en het Competition Plus-pakket slijpt het lemmet nog net een beetje puntiger. Het is echter wel een mes met zo’n automatisch veiligheidskapje eromheen, want nooit heb je echt het gevoel dat dit apparaat de controle zou gaan verliezen. In een puristische sportwagen zou dat misschien wat jammer geweest zijn, maar eigenlijk valt zijn gehoorzame karakter net perfect te rijmen met de gezinsvriendelijke carrosserievorm van zo’n RS 4… Het zou namelijk zomaar even kunnen dat je een stel kinderen en wat honden achterin hebt.

Bron www.autofans.be