De oldtimerkoper is in vijf jaar tijd sterk veranderd

Xavier Molenaar, zaakvoerder van Oldtimerfarm, steekt meteen van wal: “Het vak wordt complexer. Wat vroeger vanzelfsprekend was, is vandaag helemaal niet meer de norm. Verkopers die ’s ochtends een auto kochten, er ’s namiddags een spons overhaalden en hem de volgende dag met winst doorverkochten: dat is verleden tijd. En waarschijnlijk voorgoed. Vandaag is de koper niet alleen goed geïnformeerd, maar ook bijzonder nauwkeurig. Hij analyseert elk detail tot in de puntjes.”
Hoe is dit nieuwe gedrag ontstaan?
Volgens Xavier verklaren meerdere factoren deze mentaliteitswijziging: “Allereerst is er Europa, dat ons richting een cultuur van voorzichtigheid duwt. Iedereen wordt aangespoord om zich grondig te informeren. Dat betekent dat wij, als Belgische handelaars, er alles aan doen om zo transparant mogelijk te zijn. We leggen dus eerlijk de sterke en zwakke punten van elke auto uit, wat sommige kopers afschrikt… Het paradoxale? Uiteindelijk haken klanten af door de gebreken die wij zelf aanhalen, om zich dan te richten tot onze buitenlandse collega’s, die niet altijd even eerlijk zijn en hen vervolgens vakkundig opgepoetste auto’s verkopen, verpakt in een mooi praatje.”
Klein detail verandert alles
Het lijkt vanzelfsprekend: een auto van vijftig jaar werkt niet met dezelfde regelmaat of precisie als een hedendaags voertuig. Maar volgens Xavier is dat besef nog niet altijd doorgedrongen bij het grote publiek: “We krijgen kopers over de vloer die een detail dramatiseren, zoals een benzinemeternaald die een beetje trilt op een Triumph TR3 van zestig jaar oud. Dat maakt het er niet gemakkelijker op.”
Generatie- én nationaliteitswissel
We hadden het er onlangs al over, maar er is nog een factor die meespeelt: de generatiewissel. Vandaag ziet Xavier vooral klanten “van rond de veertig jaar, die zich vanzelf aangetrokken voelen tot de auto’s waar ze vroeger van droomden. Denk aan de Porsche 911 of een Ferrari.” Maar het knelpunt zit vaak in de portemonnee: “Een auto die nog geen oldtimer is – dus jonger dan dertig jaar – kan nog onderworpen zijn aan zware belastingen. Daarom verdwijnen veel van die auto’s richting landen met een gunstigere fiscaliteit.” Hij voegt er nog een persoonlijke bedenking aan toe: “Volgens mij is dat toch een beetje absurd: die auto’s blijven sowieso rijden, maar alle belastingen op benzine, onderhoud en verbruik gaan dan naar een andere overheid dan de onze. En dat helpt onze sector ook niet bepaald vooruit…”
Bron www.gocar.be