Je banden harder oppompen om minder te verbruiken: een goed idee?

Je banden wat harder oppompen om brandstof te besparen of de slijtage te beperken? De meeste automobilisten hebben er weleens aan gedacht. Maar in werkelijkheid is het een veelgemaakte fout, die soms gevaarlijk kan zijn. Dit is waarom je er toch maar beter mee oppast, al zijn er enkele uitzonderingen waarbij het wél toegelaten is.
De meeste bestuurders kennen de risico’s van een te lage bandenspanning, maar weinigen staan stil bij de gevaren van een te hoge bandenspanning. Toch kan rijden met te hard opgepompte banden even problematisch zijn, zeker in de zomer, wanneer de zon ongenadig op het asfalt brandt. Een te hoge bandenspanning verandert namelijk het gedrag van je auto: doordat de banden stijver worden, absorberen ze de oneffenheden van het wegdek minder goed. Het gevolg: minder comfort, meer trillingen en schokken die je veel harder voelt in het interieur. En in het slechtste geval – voor wie vaak over slechte wegen rijdt – kunnen sommige onderdelen zelfs loskomen.
Maar ongemak is niet het enige probleem: een te hoge bandenspanning tast ook de wendbaarheid van de auto aan. Een te hard opgepompte band heeft minder contact met het wegdek, wat de grip verslechtert, vooral op nat of glad asfalt. De stabiliteit lijdt eronder, de bochtenligging wordt minder goed en de remweg wordt langer. En vergeet niet: bij een noodmanoeuvre kunnen die paar vierkante centimeter minder rubber het verschil maken.
Wie denkt dat een te hard opgepompte band minder slijt, zit er helemaal naast. Het omgekeerde is waar: de slijtage versnelt, en concentreert zich in het midden van het loopvlak. Daardoor gaat de band minder lang mee. Maar het kan nog verder gaan: op langere termijn kan een te hoge bandenspanning zelfs onderdelen van de ophanging en het chassis beschadigen. Met mogelijk dure herstellingen tot gevolg.
Enkele uitzonderingen
Toch is een te hoge bandenspanning niet altijd fout. In sommige heel specifieke situaties kan een lichte aanpassing zelfs aanbevolen zijn. Dat is het geval wanneer je een zware lading vervoert – zoals een volle koffer voor de vakantie – of wanneer je een aanhangwagen of caravan trekt. In zo’n geval kan het helpen om ongeveer 0,2 bar bovenop de aanbevolen spanning toe te voegen voor extra stabiliteit. Vergeet daarna niet om de spanning opnieuw naar het normale niveau te brengen.
Tijdens de wintermaanden kan een lichte overdruk ook gerechtvaardigd zijn door fysische redenen: koude lucht doet de interne bandenspanning dalen. Bandenfabrikant Nokian raadt bijvoorbeeld aan om 0,1 bar extra toe te voegen per 10 °C daling, om de aanbevolen spanning bij kamertemperatuur te behouden. In de zomer is die voorzorg uiteraard overbodig. In het algemeen wordt aangeraden om nooit boven de 3 bar te gaan, tenzij de constructeur dat uitdrukkelijk vermeldt.
Regelmatige controle is essentieel
Na verloop van tijd verliezen banden vanzelf wat lucht – tot 0,1 bar per maand, zelfs als de auto stilstaat. Daarom is het, zoals altijd, aangeraden om de bandenspanning minstens één keer per maand te controleren, of vóór elke lange rit. Belangrijk: doe dat altijd wanneer de banden koud zijn, want warmte verstoort de meting. Extra tip: als je auto een reservewiel heeft, vergeet dan niet om ook de spanning van dat wiel te checken.
Bron www.gocar.be