Dan toch geen einde voor de verbrandingsmotor in Europa in 2035?

VerbrandingsmotorEinde2035.jpg

Nog maar 2 jaar geleden keurden de Europese lidstaten en het Europees Parlement de wet goed die autofabrikanten feitelijk verplicht om vanaf 2035 alleen nog nieuwe auto's op de markt te brengen die geen CO2 uitstoten. Maar vorige week kondigde Duitse bondskanselier Friedrich Merz aan dat hij er alles aan zal doen om zo'n "hard einde" voor de benzine- en dieselauto's te voorkomen. Ook vanuit de Europese auto-industrie groeit de druk op de Europese Commissie om de wet, een belangrijk onderdeel van de Green Deal, bij te sturen.

Hoe zat dat nu weer: waarom 2035?

Europa wil klimaatneutraal zijn in 2050. Ook het wegtransport zou dan geen broeikasgassen meer mogen uitstoten. Auto's gaan makkelijk 10 tot 15 jaar mee. Daarom, zo was de redenering, mogen er vanaf 2035 best geen auto's meer verkocht worden die op fossiele brandstoffen zoals benzine en diesel rijden. Op die manier zou tussen 2035 en 2050 geleidelijk aan het hele wagenpark 'vergroenen'.

In de Europese verordening staat niet echt een verbod om in 2035 nog benzine- of dieselwagens op de markt te brengen. Alleen moeten autofabrikanten die dat toch zouden willen doen, een enorm hoge boete betalen die een auto wel 10.000 euro duurder maakt.  Voor auto's die geen CO2 uitstoten, is er geen boete. Op die manier stimuleert de wet autofabrikanten om volop te investeren in de bouw van elektrische auto's (of waterstofauto's).

Autofabrikanten: 2035 is onhaalbaar

Eind augustus stuurde ACEA, een koepelorganisatie van autofabrikanten, een brief naar Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. De centrale boodschap: de "rigide" doelstellingen halen in 2035, is niet meer haalbaar. De sector moet zwaar investeren, maar ziet tegelijk dat China dominant is op het gebied van batterijen. In veel Europese landen zijn er te weinig laadpalen, de consument vindt elektrische auto's te duur, en laden aan publieke laadpalen (als die er zijn) is ook duur.

Gevolg: in sommige EU-landen worden veel elektrische auto's verkocht, zoals in Denemarken, Finland en in België (vooral bedrijfswagens). In andere landen amper (zoals in Polen, Roemenië of Italië).

Duits bondskanselier Merz: geen bruusk einde in 2035

De Duitse autosector krijgt intussen zware klappen. De export daalt. Chinezen kopen liever elektrische auto's van Chinese makelij dan een Mercedes, BMW of Porsche. Toeleveranciers zoals Bosch komen ook in de problemen. Er zijn al 50.000 jobs verloren gegaan in de Duitse auto-industrie.

Vorige week organiseerde de Duitse regering een topbijeenkomst met bedrijfsleiders uit de auto-industrie. Na afloop kondigde bondskanselier Merz aan dat hij er alles aan zou doen om de uitfasering van de verbrandingsmotor in 2035 ongedaan te maken, en dat er in 2035 wat hem betreft geen bruusk einde mag komen van de verkoop van benzine- en dieselwagens.

Binnen de Duitse regering zijn het vooral de christendemocratische partijen CDU en CSU die hierop aandringen. De sociaaldemocraten van SPD leken zich aanvankelijk te verzetten tegen een herziening, maar zijn nu ook gewonnen om de autosector meer "flexibiliteit" te gunnen.

De verwachting is dat Merz de kwestie volgende week zal aankaarten op de Europese top van staatshoofden en regeringsleiders. Ook Italië wil de 2035 doelstelling herzien. De Slovaakse premier Robert Fico probeert om ook Tsjechië, Polen en Hongarije zover te krijgen.

Deze voorstellen liggen op tafel

Een van de opmerkelijke voorstellen is om auto's met verbrandingsmotoren die met biobrandstoffen rijden, te beschouwen als auto's zonder CO2-uitstoot, op min of meer gelijke voet met elektrische auto's dus. 2 jaar geleden pleitten autofabrikanten ook al voor een gelijkaardige gelijkstelling voor synthetische brandstoffen (zogenaamde e-fuels).

Veel automerken willen ook soepelere regels voor hybride auto's. Dat zijn auto's die een korte afstand elektrisch kunnen rijden (met een kleine batterij), maar ook op benzine of diesel kunnen rijden (met een verbrandingsmotor).

Uit onderzoek blijkt dat ze veel meer CO2 uitstoten dan volgens de officiële tests, omdat veel gebruikers kennelijk niet altijd de batterij van hun hybride auto opladen. Normaal gezien zou vanaf 2027 rekening gehouden worden met die hogere, reële, uitstoot. De autofabrikanten lobbyen daartegen, en willen dat de hybride auto's een kans blijven krijgen als overgangstechnologie, liefst ook na 2035.

Fabrikanten die kleine elektrische auto's maken, zouden daarvoor extra beloond moeten worden. Door hun (nul)uitstoot dubbel (of anderhalve keer) te laten meetellen, zouden constructeurs toch nog benzine- of dieselauto's kunnen verkopen. Want de gemiddelde uitstoot van hun wagenpark zou toch nog nul bedragen.

Nog een voorstel: laat autofabrikanten toe om de tussentijdse doelstelling van 2030 en de finale doelstelling van 2035 te spreiden in de tijd. Eerder dit jaar keurden de lidstaten en het Europees Parlement al een gelijkaardige versoepeling goed, zodat autofabrikanten hun doelstelling voor 2025 gespreid over 3 jaar (2025, 2026 en 2027) kunnen halen.

Hou vast aan 2035, zeggen Volvo en milieuorganisaties

Polestar en Volvo, dat een belangrijke fabriek heeft in Gent voor de bouw van elektrische auto's, riepen de Europese Commissie in september op om vast te houden aan de huidige regelgeving. Hun brief werd door 150 CEO's van bedrijven uit de "elektrische voertuigenwereld" ondertekend. Onder meer de CEO van het snellaadpalennetwerk Fastned ondertekende de brief.

Hun argument: vasthouden aan de deadline van 2035 geeft investeringszekerheid. Anders blijft Europa vasthouden aan achterhaalde technologie, terwijl China zijn voorsprong inzake elektrisch rijden verder kan uitbouwen.

Milieuorganisatie Transport & Environment rekende uit dat de versoepelingen die de autosector voorstelt, ertoe kunnen leiden dat in 2035 slechts 52 procent van de nieuw verkochte auto's een elektrische auto zal zijn. De wet zou volgens hen daardoor eerder gaan lijken op een Zwitserse kaas met gaten.

Zware druk op Europese Commissie, die in december met voorstel komt

Wat gaat de Europese Commissie nu doen? Vorige week herhaalde Europees Commissaris voor Klimaat Wopke Hoekstra in het Europees Parlement dat de Commissie vasthoudt aan 2035, maar bekijkt welke vormen van "flexibiliteit" er mogelijk zijn.

Commissievoorzitter Ursula von der Leyen hield al een paar keer een 'strategische dialoog' met de autosector. De druk van industrie en politiek zorgde er al voor dat de tussentijdse doelstelling voor 2025 werd versoepeld.

De evaluatie van de wet van 2023, die er eigenlijk pas in 2026 moest komen, is vervroegd en is nu al volop aan de gang. Tot eind vorige week kon iedereen die dat wou zijn mening geven op de website van de Europese Commissie. Er kwamen 962 geldige reacties binnen, waarvan 56 procent uit ... Duitsland.

Opvallend: 84 procent van de reacties kwam van (vooral Duitse) burgers, die de Europese Commissie oproepen om geen toegevingen te doen. Mogelijk hebben milieuorganisaties en/of groene politici hun achterban de weg getoond naar de webpagina van de Europese Commissie.

Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen moet kiezen: volledig ingaan op de vragen van de auto-industrie, slechts enkele cosmetische ingrepen voorstellen, of de wet uit 2023 ongewijzigd behouden.

Hoe dan ook, hiermee is de kous niet af, want daarna is het aan het Europees Parlement en de lidstaten om definitief te beslissen. Als de Commissie volgens hen onvoldoende rekening houdt met de bezwaren van de autofabrikanten, kunnen zij nog bijkomende versoepelingen toevoegen. 

Bron www.vrt.be

VerbrandingsmotorEinde2035.jpg