Winter: blijf je rijden met je oldtimer of zet je hem op stal?
Het valt niet te ontkennen: we nemen stilaan afscheid van het seizoen van rally’s en meetings. Het is tijd voor tartiflette en glühwein. Maar wat doe je dan met je oldtimer? Blijf je ermee rijden of zet je hem beter veilig binnen voor de winter?
Blijven rijden?
Er zijn twee visies: de ene zegt dat “een auto die stilstaat sneller aftakelt”, de andere dat “vocht en vooral zout de grootste vijanden van je koetswerk zijn”. Wat doe je dan in de winter? Kies voor de gulden middenweg. Étienne, vandaag met pensioen maar jarenlang carrossier, raadt aan “je auto binnen te houden zolang er gestrooid is, maar hem gerust eens buiten te halen op een mooie winterdag”. Simpel, toch?
Ook Benoît, een doorgewinterde verzamelaar, vindt dat af en toe rijden in de winter perfect kan… en zelfs aanbevolen is: “De auto om de 15 tot 30 dagen laten rijden voorkomt problemen door langdurige stilstand, zoals een vastgekoekt koppelingsplaatje, vastgeroeste remmen of een platte batterij.” Zijn ritjes zijn wel doordacht: “Ik vermijd de autosnelweg – die ligt vaak vol zout – en modderige stukken waar corrosieve laagjes op je onderstel blijven plakken. En ik behandel mijn wagen met zorg: ik belast de motor niet zolang hij koud is en schakel rechtstreeks van eerste naar derde.”
Volstaat een kort ritje?
“Zelf blijf ik niet gewoon in de buurt rijden: ik maak een tocht van 15 à 20 km, zodat de motor zijn bedrijfstemperatuur haalt. Het idee is om condensvorming te vermijden, de mechaniek in beweging te brengen en de motor te laten draaien zonder extra brandstof via de choke”, legt Benoît uit.
Een grondige wasbeurt
Na elke rit is het devies: poetsen. En niet gewoon even met een sponsje erover. Neen, een echte reiniging van de wielkasten en de onderzijde, liefst met lauw water en zonder hogedrukspuit. Daarna moet je de wagen volledig drogen, op een goed beschutte plek. Ja, het vraagt wat werk. Maar als je moet kiezen tussen een kwartier poetsen of een wielkast vol roest in het voorjaar… dan is de keuze snel gemaakt.
Liever een volledige winterslaap?
Wil je je wagen toch liever helemaal laten rusten tot het voorjaar? Dan hangt de kwaliteit van de opslag vooral af van je garage: die moet droog, vorstvrij en goed verlucht zijn. Gebruik je een elektrische ontvochtiger? Hou er dan rekening mee dat die minder efficiënt wordt zodra de temperatuur zakt. De absolute top is natuurlijk een verwarmde garage, maar dat blijft zeldzaam. En hoe dan ook: zet je wagen niet onder een hoes buiten op het gras.
Wil je toch een hoes gebruiken? Kies dan zeker voor een ademend exemplaar – nooit plastic – zodat stof wordt tegengehouden zonder dat er condens onder de hoes blijft hangen. Controleer in de dagen en weken erna ook regelmatig of er geen vocht onder de hoes zit, voor alle zekerheid.
Nog zo’n aandachtspunt: de batterij. Die moet je natuurlijk loskoppelen – bij oldtimers is dat meestal niet zo moeilijk. Ideaal is een druppellader: zo’n handig kastje dat de spanning constant houdt zonder te overladen. Wil je de batterij liever helemaal verwijderen? Bewaar ze dan op een vorstvrije plek en vet de polen in.
Volle tank
Nog zo’n handeling die vaak over het hoofd wordt gezien: de auto voltanken. Een halfvolle tank bevordert condensvorming en dat leidt tot roest aan de binnenkant en afzetting in het brandstofcircuit. Vul je tank dus net voor je de auto wegzet en voeg een stabilisator toe als hij lange tijd blijft stilstaan.
Minstens even belangrijk, zeker vóór de eerste vriesnachten: het koelvloeistofpeil. Controleer of het antivriesniveau nog volstaat en vervang het indien nodig. En de motorolie? Daarover zijn de meningen verdeeld. We komen daar in een volgend artikel nog op terug.
En de banden? Blijft de auto langere tijd stilstaan? Verhoog dan lichtjes de bandenspanning en verplaats hem af en toe. Het ideale scenario? Gebruik speciale bandensteunen of gebogen rijplaten, zodat je geen vlakke plekken krijgt. De handrem blijft dan weer los.
En binnenin?
Wie het graag netjes houdt, verzorgt het leder en legt een vochtvreter in het interieur en in de koffer. Maar dé gouden regel: laat de ramen een beetje open, zodat condens geen kans krijgt. Wanneer je je oldtimer weer tot leven wekt, ruikt hij naar leer en warme olie – niet naar een muffe zolder.
Bron www.gocar.be